Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Proefproces fosfaatrechten ten einde

Een gespecialiseerde advocaat in het cassatierecht ziet onvoldoende mogelijkheden om in het proefproces fosfaatrechten in cassatie te gaan. Dit advies is op verzoek van de rechtsbijstandsverzekering tot stand gekomen. Dit betekent nog niet dat daarmee het dossier fosfaatrechten is afgelopen. Diverse andere procedures ondersteund door organisaties worden of zijn inmiddels gestart.

Cassatie algemeen

In het proefproces heeft het Pachthof in het tussenvonnis bepaald dat de verpachter alleen aanspraak kan maken als er tussen verpachter en pachter op 2 juli 2019 een reguliere of geliberaliseerde overeenkomst met tenminste 15 ha bestond die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt en/of bij een hoevepacht of pacht van een gebouw dat specifiek voor de melkveehouderij is ingericht. De pachter had echter diverse steekhoudende argumenten die het voorgestelde kader voor de verdeling van de fosfaatrechten kon bijstellen. Het pachthof heeft in algemene bewoordingen deze argumenten naast zich neergelegd. 

In opdracht van de rechtsbijstandsverzekering heeft een gespecialiseerde advocaat de mogelijkheden om bij de Hoge Raad in cassatie te gaan, onderzocht. De Hoge Raad toetst slechts beperkt, namelijk of de rechter de juiste rechtsregels heeft toegepast en/of de uitspraak in het licht van de gedingstukken voor de partijen begrijpelijk is. Er kunnen geen nieuwe bewijsstukken worden overlegd en/of nieuwe feitelijke stellingen worden aangevoerd. 

Een ander belangrijk punt is dat de Hoge Raad niet snel oordeelt dat een beslissing een motiveringsgebrek bevat. Motiveringsgebreken zijn bijvoorbeeld volkomen ‘duistere’ motiveringen, gedachtefouten of het passeren van stellingen van partijen zonder motivering. Zelfs in die gevallen komt het echter voor dat de Hoge Raad het cassatieberoep toch verwerpt, hetzij omdat hij meent dat de klacht niet essentieel is voor de rechtsontwikkeling hetzij omdat hij een andere lezing aan de uitspraak geeft.

Discussiepunten

Het ontbreken van de motivering in het tussen- en eindvonnis was voor de BLHB erg teleurstellend. De onderbouwing van diverse stellingen en aannamen ontbrak en/of was (deels) niet correct. Nu de gespecialiseerde advocaat geen mogelijkheden ziet, wordt de suggestie gewekt, dat als het Pachthof alle punten in het geding maar heeft benoemd, zonder deze nader te onderbouwen of als deze niet met de feiten overeenkomen, het Pachthof het altijd goed heeft gedaan. De tweede conclusie is dat door het toepassen van het principe van redelijkheid en billijkheid dat in het vonnis min of meer centraal staat, schijnbaar veel mogelijk is.

Het feit dat in het proefproces de onderhavige verpachter aantoonbaar geen vermogensverlies over zijn grond had maar zelfs winst behaalde, telt schijnbaar niet mee in de overwegingen van de gespecialiseerde advocaat. Dit gold in feite ook voor de gebouwen. In het vonnis van het pachthof was dit een belangrijke opstap om de aanspraak van de verpachter te rechtvaardigen. Ook de onzorgvuldigheid van het vonnis geeft geen aanleiding om in cassatie te gaan. Dit is een voorbeeld, maar er zijn meerdere punten in het vonnis die discutabele feiten bevatten. Los van dit probleem of feiten wel of niet kloppen, blijft het meest verontrustend dat het Pachthof vonnis wijst waarin de onderbouwing van diverse punten mist of te kortschiet. De controleerbaarheid van het vonnis blijft dus achterwege en dus is veel mogelijk.

Overigens is het onderzoek uitgevoerd door een gespecialiseerde advocaat in opdracht van de rechtsbijstandverzekering. Het is altijd maar weer de vraag of een andere deskundige dit standpunt ook had ingenomen. Een ander punt is dat na een belanghebbendencasus zoals dit proefproces diverse agrarische juristen zich met een mening of standpunt in het nieuws melden. Ondanks dat de uitspraak alweer enkele maanden oud is, blijft het erg stil. 

Nieuwe ronde

In het geval van dit proefproces blijft deze pachter met lege handen achter. Het lijkt of de discussie door anderen wordt gevoerd en over zijn hoofd heengaat terwijl deze pachter nu de wrange vruchten plukt.

Pachthoeves die voor meer dan 1,5 miljoen euro in melkquotum hebben geïnvesteerd, moeten volgens dit vonnis bij het einde van de pacht over hun bedrijfsontwikkeling met de verpachter afrekenen, een zogenaamde boete. Deze groep is dan ook erg strijdbaar en er zullen dan ook nog veel procedures worden gestart. Overigens starten diverse pachters ondersteund door organisaties inmiddels nieuwe procedures of zijn deze al gestart. Deze nieuwe procedures leiden tot nieuwe discussies, gezichtspunten en argumenten. Door op de deur te blijven timmeren zal de houdbaarheid van het vonnis blijken. In ieder geval zal er vast iemand in cassatie gaan en dit kon wel eens tot verrassingen leiden.