Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

LNV-ambtenaren kiezen voor neoliberale oplossing

In de reactie op de brief van de BLHB over de fluctuaties van de pachtprijzen kiezen de ambtenaren van het ministerie van LNV voor een neoliberale benadering van de pachtprijs en de pachtwetgeving. De ondernemer die zelf risico’s kan nemen en beslissingen kan maken, kan ook volledige contractvrijheid aan. Of de minister deze zienswijze deelt, is de vraag omdat haar partij in het verkiezingsprogramma een tegenovergesteld standpunt inneemt.

Ambtelijke reactie

In september 2020 heeft de BLHB een brief naar de minister van LNV verzonden, waarin we aandacht vroegen voor het vervolg van het rapport over de fluctuaties van de pachtprijzen. In 2019 heeft het ministerie van LNV met grote voortvarendheid de zogenaamde problematiek van de fluctuaties ter hand genomen. Eind 2019 verscheen het definitieve rapport ‘Opties voor de stabilisatie van de pachtnormen’. Het was niet duidelijk welk gevolg het ministerie aan dit rapport gaf en de communicatie daarover ontbrak. 

Na aandringen van de BLHB hebben de LNV-ambtenaren eind december een reactie gegeven. Het is onduidelijk of de minister de zienswijze van de ambtenaren deelt. In de brieven naar de Tweede Kamer koos zij voor een andere insteek en ook haar partij heeft in het verkiezingsprogramma een tegenovergesteld standpunt. De BLHB vindt deze tegenstelling erg interessant en wil die aan de minister en de vaste Kamercommissie van LNV voorleggen. 

Bezorgdheid

Niet voor niets heeft de BLHB de brief over de fluctuaties van de pachtprijzen geschreven. De voortgang van de verschillende onderdelen van het pachtdossier is beperkt. De herziening van het pachtstelsel duurt al meer dan zeven jaar en noodzakelijke bijstellingen van het pachtprijzenbesluit blijft achterwege. Maar vooral de onnavolgbare koers in de uitwerking van het pachtstelsel geeft redenen tot grote bezorgdheid. In haar pachtbrief van maart 2019 heeft de minister de kaders voor de uitwerking van het pachtstelsel verwoord en die heeft zij ook steeds in de Vaste Kamercommissie bevestigd. In november 2020 kwam niet de minister maar de ambtenaren met een geheel andere koers en was vrijheid en blijheid de slogan geworden.

Neoliberaal

LNV reageert in het antwoord van december 2020 sterk vanuit de positie van de verpachter. En deze reactie sluit aan bij vorige beleidsreacties van de ambtenaren. De verpachter heeft volgens de ambtenaren een stabiele beloning nodig die een relatie heeft met de grondwaarde. De LNV-ambtenaren gaan voorbij aan het gegeven dat beleggers landbouwgrond in Nederland vooral zien als reservegrond voor andere functies. De waarde daarvan heeft dus geen relatie met de grond als productiemiddel van agrarische goederen: de waarde heeft dus vooral ook een speculatief karakter.

Voor het overige valt het op dat de ambtelijke brief uitgaat van een liberaal economisch beeld, waarin de pachter een vrij kiezende ondernemer is, die een sterke positie heeft en vrij is in het kiezen van de beste optie. Dat de agrarische sector een van de meest gereguleerde sectoren is van de economie heeft LNV kennelijk vergeten, ook al neemt LNV deze regulering grotendeels voor haar rekening. Ditzelfde ministerie wenst kringlopen, extensivering en een lagere verdiencapaciteit van de agrariër. Dat de pachtwetgeving ooit is ontstaan om de pachter tegen de macht en willekeur van de verpachter te beschermen is bij LNV ook niet bekend. 

De verpachter moet zoveel mogelijk zekerheid over zijn rendement hebben, is de conclusie. Dit zal inhouden dat een pachter zeker reserves zal moeten aanhouden, want bij een indexatie – en dat is wat de ambtenaren wensen – zal de pachtprijs continu omhooggaan. In de afgelopen tien jaar is de gemiddelde regionorm echter gelijk gebleven. Met andere woorden het agrarische inkomen/bedrijfsrendement is dus niet toegenomen.

Bij een indexatie van de pachtprijs neemt het inkomen voor de agrariërs af en zij zullen dus interen op hun vermogen. Een pachtafhankelijke ondernemer zal zijn bedrijf moeten stoppen, als de verhouding met het opbrengend vermogen weg is. 

Volledige contractvrijheid

Het ministerie van LNV was erg content met de opmerking in onze brief dat de BLHB pachters als ondernemers ziet. Volgens het ministerie is een ondernemer iemand die zelf risico’s neemt en beslissingen kan maken. Dit is ook het beeld waarmee de ambtenaren de herziening van de pachtwetgeving zijn ingegaan. De pachter als ondernemer die contractvrijheid aankan. 

Los van het feit dat het neoliberale denken door iedereen en dus ook politieke partijen wordt afgeschaft of genuanceerd, wenst een stroming binnen het ministerie wel volledige marktwerking en dus contractvrijheid. Dit in tegenstelling tot andere beleidsdossiers binnen hetzelfde ministerie waarin regulering van markt wordt nagestreefd. Het is de agrarische ondernemer die de grote hoeveelheid aan regel- en wetgeving ervaart die door dit ministerie tot stand is gekomen en nog gaat komen. 

Overigens zijn de ambtenaren wel consequent in het streven naar maximalisatie van de winst. De BLHB heeft opgemerkt dat het directe en indirecte rendement van grond vanaf 1990 meer dan 300% bedraagt. Op dit moment wordt door BLHB en LTO een onderzoek uitgevoerd om dit na te gaan, want waarschijnlijk ligt dit percentage hoger. Als reactie op dit punt meldt het ministerie dat de AEX-index in dezelfde periode met 600 punten is gestegen. Met andere woorden, de ambtenaren lijken te adviseren om niet meer in grond te beleggen en zelfs de huidige beleggingen in de agrarische markt te staken.